Brabands Dagblat – 4-juni 2017
door Feek Nuuws (kunstredactie)
Gisteren is bekend geworden dat de verdwenen gedeelten van het schilderij “Oe gotte kèk daor” van de Bossche kunstschilder Adrianus de Bie gevonden zijn.
De schilder heeft destijds twee stukken ( boven en rechts) van het schilderij afgezaagd om het passend te maken voor een lijst. Gevraagd aan de kunstenaar waarom hij deze ingreep toepaste antwoordde Adrianus dat het in vroegere tijden ook voorkwam dat men een schilderij “afknotte” om het passend te maken. (Zie “de Nachtwacht” van Rembrandt en “het Narrenschip” van Jheronimus Bosch).
De schilder had een knappe lijst op de kop getikt maar het schilderij was te groot. Dus drastisch ingegrepen en de zaag erin. Tot zijn verbazing is het schilderij sterker uit de operatie gekomen. Het rechter gedeelte is gekort met 9 centimeter. Dit vond Adrianus een toch al niet zo’n sterk stukje. De bovenkant kostte hem meer moeite. Er verdwenen twee boomkruinen waar hij lekker aan geschilderd had. Maar door de ingreep werd tevens een probleempje opgelost betreffende de “lege” lucht. Dit stoorde hem al langer, hij wist zich geen raad. Nu is er slechts een streep lucht te zien van enkele centimeters. (“Elk nadeel hep zijn voordeel” aldus een citaat van J.C.).
Het originele schilderij “Oe gotte kèk daor” 2016
Het is nu een drieluik geworden grapte de Bossche kunstenaar als laatste reactie met een kleine snik in zijn stem. “Het is toch je kindje”.
De twee stukken schilderij worden bewaard en aan de koper meegeleverd. Tijdens de komende tentoonstelling zullen de twee afgezaagde stukken ook te zien zijn.
De afgezaagde versie op de schildersezel
De afgezaagde delen