In het Tondalus’ visioen bevat de zevende pijn de leugenaars in de naam van God (brekers van een belofte), de valse geestelijken waaronder monniken en nonnen, kanunniken en prelaten, tezamen met de onkuisen. Op een bevroren meer zit een beest met twee vleugels en twee voeten, een ijzeren bek waar onblusbare vlammen uit stromen. Het beest verslindt iedere ziel binnen zijn bereik. Zodra ze in zijn buik verteerd zijn, spuugt hij ze weer uit. Alle zielen (zowel mannen als vrouwen) zijn verzwaard met zwangerschap en zij baren slangen/ serpenten door de buikwand heen. Deze serpenten hebben gloeiende ijzeren koppen, een scherpe bek en nagelen aan de staart waardoor zij niet zomaar uitgetrokken kunnen worden. Tondalus krijgt te horen dat ook hij deze straf zal moeten ondergaan vanwege zijn onkuisheid. Zodra Tondalus aan het beest gevoerd is en zijn serpent heeft gebaard wordt hij verlost en genezen door de engel.
In oktober vier doekjes gekocht. Op het eerste doek staat de zevende pijn getekend. Het wordt weer een bizarre voorstelling . Ik heb geen voorstudie gemaakt, deze zat al weer in mijn hoofd bij het lezen van de tekst. Maar zoals eerder gezegd, tijdens het schilderen kan de voorstelling weer veranderen.
Zie hier de eerste opzet.
De tekening in bruine lijnen.
Centraal in het schilderij staat een monster op het bevroren meer. Het spuugt zwangere rompen uit. Hieruit worden de slangen en serpenten gebaard. Uit meerdere lichamen op het schilderij komen ook slangen gekropen. In het schilderij staan een priester, nonnen, monniken en pinguins afgebeeld. Deze stellen de valse geestelijken voor. Een van de pinguins is zwanger, en dit staat voor een leugen. Er naast een lege eierdop. Aan de rechterkant is in de rots het hoofd van Hitler te zien. De schrijver van “Mein Kampf”. Dit bestaat alleen maar uit leugens en bedrog. Verder verspreidt over het schilderij drie hanen. Deze staan symbool voor het verraad van Petrus. De haan zal drie maal kraaien. De priester en de non op de voorgrond links staan voor onkuisheid. Tussen de monniken staat een zwangere vrouw als contrast kuis te wezen.
De eerst grondkleuren zijn aangebracht.
Het schilderen van dit doek gaat erg voorspoedig en ben er erg happy mee. Het monster is helder geschilderd in sienna en groen. Het monster spuugt zwangere stukken lichaam uit. Op het ijs stukken lichaam en bloed. Verschillende serpenten zijn al geschilderd. De achtergrond met bergen is klaar. Evenzo de Hitlerbuste rechts. Twee hanen staan al te kraaien. De vlindervleugel is veranderd in een drakenvleugel. Ik heb vandaag , 25-10-2011, de kussende non en priester geschilderd.
Bovengedeelte van de zevende pijn.
Priester en non kussend en een vuurspuwend serpent.
Begin november de laatste hand gelegd aan het schilderij. De monniken nemen nu ook deel aan de zevende pijn van het Tondalus Visioen. Ik heb de rode lucht donkerder gemaakt want we gaan steeds verder in de diepte van deze onderwereld. Het volgende schilderij zal ook (vooral in de rotsen) aanmerkelijk donkerder worden. De derde haan onderin rechts is als laatste object in dit schilderij geschilderd.
De zevende pijn. “Prevaricatoria”. 2011.