De eerste pijn: de straf voor de vader, moeder en broeder moordenaars. “Parricidea”
De tweede pijn: de straf voor de verraders. “Proditores”
De derde pijn: de straf voor de hovaardigen. “Superbi”
De vierde pijn: de straf voor de gierigen en vrekken. “Avari”
De vijfde pijn: de straf voor de dieven en rovers. “Latrones”
De zesde pijn: de straf voor de zedenlozen. “Impudici” (Frustinus)
De zevende pijn: de straf voor de leugenaars. “Mendaces”
De achtste pijn: de straf voor de onkuisen. “Impudici “( Vulcanes)
De negende pijn: de straf voor de ongelovigen. “Infideles”
De tiende pijn: de straf voor de verbroken beloften. “Fraudulatia”
13-05-2015